Dirk Mantel

Dirk Mantel is sinds 2016 bouwinspecteur bij stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam. Wat doet een bouwinspecteur eigenlijk en hoe ervaart hij het werken voor de gemeente? We vragen het Dirk.

Wat is je achtergrond?

“Ik heb bouwkunde gestudeerd en altijd in dit vakgebied gewerkt, bijvoorbeeld als bouwkundig tekenaar, en bij makelaars. Sinds 2005 werk ik in gemeenteland en sinds 2016 voor Amsterdam.”

Wat houdt jouw werk in?

“Als bouwinspecteur houd je buiten toezicht op bouw, verbouwingen, woonboten en bomenkap. Of alles wel volgens de regels en vergunningen gebeurt. Collega’s doen ook sluitingen van drugspanden. Ik loop en fiets veel door mijn deelgebied in het centrum. Ik heb een regenpak van het werk, maar het valt reuze mee hoor, hoe vaak het regent.

Ik controleer of afmetingen wel kloppen, of er geen illegale bouw plaatsvindt, of brandscheidingen wel kloppen, of ze wel de juiste kozijnen gebruiken, of een monument niet leeg gesloopt, dat soort zaken. Bijna alles in het centrum heeft een monumentenstatus, er is dus meestal een vergunning nodig voor verbouwingen.

Wanneer panden aanleiding geven, als ze bijvoorbeeld scheuren in muren of scheefstand vertonen, kunnen ze op het zogenoemde ‘CFO-programma’ komen: dan doen wij als gemeente casco-onderzoek en funderingsonderzoek. Als het nodig is schrijven we de eigenaar aan, dat hij de fundering moet vervangen. We brengen regelmatig een boodschap die mensen niet leuk vinden, dus goede communicatieve vaardigheden hebben we wel nodig. Ik spreek mensen uit alle lagen, van eigenaars en huurders tot aannemers en advocaten, van architecten tot bouwers en aannemers.”

Wat maakt jouw werk uitdagend?

“Amsterdam is een wereldstad! Het hoort thuis in het rijtje New York, Parijs, Londen. Toeristen betalen geld om hier rond te lopen, ik wórd ervoor betaald! Ik mag helpen zorgen dat die mooie grachtenpandjes niet verdwijnen.

En geen dag is hetzelfde. De ene verbouwing gaat netjes volgens de regels, de andere niet en die moeten we stilleggen of iets laten terugbrengen in oude staat. Dat houdt het spannend. Vaak weet ik ’s ochtends nog niet wat ik ‘s middags tegenkom. Bijvoorbeeld een monumentale plafondschildering, een muur die opbolt, of laatst een pand dat 4 millimeter per week aan het verzakken was, dat is heftig. Dan moet de gemeente het laten stutten en zorgen dat de eigenaar het oplost. Soms moet ik binnen de gemeente wel door veel lagen heen en politieke invloed speelt mee. Het huidige bestuur wil alles duurzamer, zo blijft ons werk altijd in beweging. Al zal het voor de monumentale binnenstad wel meevallen qua nieuwe regels.”

Waarom zou je iemand aanraden bij de gemeente te gaan werken?

“Als ik voor mezelf spreek: ik zit hier prima! Ik mag 4 dagen per week werken en voor vakanties zit ik niet vast aan de bouwvak. Je kan ouderschapsverlof opnemen en opleidingen volgen. En je kan bijdragen aan het mooi houden van een wereldstad.”